Ondermijning op de radar
Ondermijnende criminaliteit is niet altijd zichtbaar aan de oppervlakte. De aanpak hiervan vraagt...
Onlangs las ik een artikel van Politie & Wetenschap over een onderzoek naar zogenaamde ‘notoire straten’ in Nederland; (winkel)straten die het toneel zijn voor allerlei vormen van criminaliteit, zoals drugshandel, illegale prostitutie, witwaspraktijken en illegaal gokken. Deze notoire straten fungeren als criminele ontmoetingsplekken en bieden allerlei faciliterende diensten voor ondermijnende activiteiten. Door een combinatie van factoren bieden deze straten een relatief anonieme en veilige omgeving voor schimmige praktijken. Bijna iedereen kent wel zo een ‘shoarmaboulevard’ in zijn of haar woonplaats. Zelfs in het rustige plattelandsdorp waar ik woon, zijn er plekken die ik liever mijd.
Naast de bovengenoemde vormen van (georganiseerde) criminaliteit hangt in deze straten vaak ook een sfeer van intimidatie en dreiging. Denk aan het wegpesten van welwillende ondernemers, het claimen van parkeerruimte en aan daadwerkelijke bedreiging. Er kunnen diverse betrokkenen zijn bij de criminaliteit in de straat: ondernemers en werknemers, bewoners, bezoekers, pandeigenaren, makelaars en huurders. In iedere straat is een ander type betrokkene het sterkst vertegenwoordigd, zo blijkt uit het onderzoek. Dit is hoofdzakelijk afhankelijk van het type panden in de straat. Dat maakt het lastig grip te krijgen op de problematiek.
Deze beruchte straten vallen bij de aanpak door politie en gemeente vaak tussen wal en schip. De recherche werkt niet voldoende gebiedsgericht en wijkteams hebben geen zicht op criminaliteit achter de gevel. Vaak zijn de panden ook vermomd als legale bedrijven, bijvoorbeeld in de vorm van een belhuis, toko of reisbureau.
De problematiek is hardnekkig en bewoners en ondernemers hebben vaak het vertrouwen in de overheid verloren dat zij het tij kan keren. Dit verbeteren, dat is een zaak van lange adem en vraagt volgens de onderzoekers om gezamenlijke inspanningen van onder andere recherche, wijkpolitie, gemeente en bijzondere opsporingsdiensten.
Voor lokale bestuurders is een duidelijke rol weggelegd. Niet alleen voor de burgemeester, die op grond van de Opiumwet en de Gemeentewet en de APV allerlei bevoegdheden heeft, denk aan de sluiting van panden of Bibob-onderzoek, maar ook voor wethouders en raadsleden vanwege hun specifieke rol in het beleidsproces. Alleen door goede samenwerking kunnen we de ‘shoarmaboulevards’ uit het straatbeeld laten verdwijnen.
Ondermijnende criminaliteit is niet altijd zichtbaar aan de oppervlakte. De aanpak hiervan vraagt...
Vrijdag 8 november kwam na jarenlang wachten duidelijkheid voor duizenden werknemers in Nederland...
Het HagaZiekenhuis ontving in juli als een van de eerste organisaties een hoge boete onder de Alg...